We zijn op zoek naar een nieuwe collega die enthousiast wordt van een moeilijke (politieke) puzzel in een gepolariseerd speelveld, die kritisch durft te zijn wanneer dat nodig is en die strategisch en creatief naar problemen kijkt om te zien of een oplossing voor de ene, misschien ook een oplossing voor een andere groep kan zijn.
Nederland zit in een grote wooncrisis. Terwijl het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO) en alle betrokkenen in het veld enerzijds alles op alles te zetten om nieuwe woningen te bouwen en te creëren, dienen de schaarse sociale huurwoningen die er wél zijn ondertussen eerlijk verdeeld te worden. Maar wie heeft het meeste recht op zo’n schaarse huurwoning?
Voor mensen die zich in een kwetsbare situatie bevinden, is een passende woning erg urgent. Maar wie valt er eigenlijk onder zo’n aandachtsgroep, en wie is dat niet? Wie heeft er recht op voorrang op een woning of woonruimte en wie niet? En is het eigenlijk nog van wel van deze tijd dat iedereen in een zelfstandige woning woont, of moeten we genoegen nemen met een gedeelde woning om de schaarste beter te verdelen?
Als jouw hart sneller gaat kloppen van dit soort vraagstukken, dan ben je bij de afdeling Aandachtsgroepen van de directie Wonen aan het juiste adres! Wij houden ons bezig met de huisvesting van (kwetsbare) groepen in de samenleving die een specifieke woonvraag hebben, of door omstandigheden zelf lastig aan een geschikte en betaalbare (huur)woning kunnen komen. Studenten op zoek naar een kamer, ouderen op zoek naar een zorggeschikte woning, dak- en thuisloze mensen op zoek naar een veilig onderkomen en statushouders op zoek naar een plek om hun leven in Nederland op te kunnen bouwen.
Je gaat je in eerste instantie vooral bezighouden met de doelgroep statushouders. Gemeenten hebben de taak om te zorgen dat statushouders woonruimte krijgen. Het kabinet Schoof wil dat zij niet langer voorrang krijgen op een sociale huurwoning om zo tot een gelijk speelveld te komen met andere woningzoekenden. Hiervoor ligt nu een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer dat is voorbereid door collega’s uit het team.
Belangrijke vragen die spelen bij de beleidsvorming rondom deze doelgroep, zijn onder meer: hoe zorgen we ervoor dat statushouders snel uit de asielopvang verhuizen naar huisvesting? Hoe houden we hierbij rekening met de (on)mogelijkheden die de huidige woningvoorraad biedt en hoe zorgen we ervoor dat de aanpak goed uitlegbaar is naar andere woningzoekenden die vaak jaren moeten wachten op een sociale huurwoning? Dit vraagt bijvoorbeeld om andere (tijdelijke) woonvormen, nieuwe vormen van financiering en nauwe samenwerking met gemeenten, corporaties en andere ketenpartners. Daarbij vraagt dit inzicht in wat keuzes voor deze doelgroep voor effect hebben op andere kwetsbare groepen en de woningmarkt zelf.
In een hecht team werken we onder druk en politieke aandacht hard aan deze opgave. We zetten de plannen van het kabinet om in concreet beleid en adviseren daarbij de minister van VRO over de plannen op de huisvesting van statushouders. We gaan regelmatig het land in om te kijken hoe de huisvesting in de praktijk wordt ingevuld, we organiseren werkgroepen met andere ministeries en belangrijke stakeholders om samen tot goede oplossingen te komen, schrijven hierover brieven naar de Tweede Kamer, beantwoorden Kamer- en persvragen, bereiden Kamerdebatten en bestuurlijke overleggen voor en houden elkaar scherp op ons moreel kompas en de invulling van ambtelijk vakmanschap. Ondertussen werken we ook aan het verstevigen van onze kennisbasis. Want: hoeveel woningen gaan er nou eigenlijk precies naar statushouders en wat zegt dat eigenlijk? En heeft een verbod op voorrang voor deze groep grote invloed op de wachttijd van andere woningzoekenden?