Met de instelling van een onafhankelijke Integriteitscommissie wordt voor medewerkers van het ministerie van JenV zichtbaar gemaakt dat er een voorziening is voor een externe, onafhankelijke toets van meldingen van vermoedens van een misstand of integriteitsschendingen.
De vaste, onafhankelijke Integriteitscommissie is in tripartite samenwerking opgericht, door de vakbonden, de departementale ondernemingsraad en de secretaris-generaal van het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De taken van de commissie:
Zij neemt in behandeling iedere door haar ontvangen melding betreffende:
- Een vermoeden van een misstand in de zin van artikel 1 van de Wet bescherming klokkenluiders;
- Een vermoeden van een integriteitschending of ongewenste omgangsvormen –niet zijnde een misstand- dat betrekking heeft op gedragingen van leidinggevenden die de bevoegdheid hebben om rechtspositionele beslissingen ten aanzien van medewerkers te nemen, dan wel een mandaat hebben om financiële verplichtingen aan te gaan;
- Een daadwerkelijke benadeling die een medewerker heeft ondervonden, die volgens hem/haar in hoofdzaak voortkomt uit het feit dat hij/zij eerder een interne melding heeft gedaan.
De commissie beoordeelt of een dergelijke melding door de commissie dient te worden onderzocht. Zij informeert met redenen omkleed de melder (of vertrouwenspersoon) die zich tot het meldpunt van de commissie heeft gewend, respectievelijk het bevoegd gezag dat de melding heeft doorgeleid, indien de commissie van oordeel is dat de melding geen verder onderzoek door de commissie rechtvaardigt.
Indien de ontvangen melding naar het oordeel van de commissie verder onderzoek rechtvaardigt:
- Voert zij zelfstandig feitenonderzoek uit naar de melding;
- Stelt zij op basis van dit onderzoek een rapport van bevindingen op;
- Geeft zij op basis van de bevindingen het bevoegd gezag een oordeel over de gegrondheid van de melding;
- Geeft zij op basis van de bevindingen het bevoegd gezag een advies over te nemen personele en/of organisatorische maatregelen;
Zij stelt de melder (of vertrouwenspersoon), respectievelijk het bevoegd gezag dat de melding heeft doorgeleid, in kennis van de beslissing om de melding te onderzoeken en van de termijn waarbinnen de commissie verwacht dit onderzoek af te ronden
Zij schakelt externe deskundigen in die zij dienstig acht om haar taken naar behoren uit te voeren;
Zij heeft een eigen meldpunt waartoe medewerkers of vertrouwenspersonen zich rechtstreeks kunnen wenden met hun melding, onder waarborging van door hen gewenste vertrouwelijkheid. Dit meldpunt bevindt zich fysiek en digitaal buiten het ministerie van Justitie en Veiligheid.
De commissie bepaalt zonder last of ruggespraak van het bevoegd gezag welke onderzoeksvragen en –methoden zij dienstig acht aan het onderzoeken van een bij haar binnengekomen melding.
Om recht te doen aan de precaire positie van zowel melder als de persoon/personen op wie een melding betrekking heeft, is voortdurend aandacht voor het verbeteren van werkprocessen en de dienstverlening.
Onder de reikwijdte van de commissie vallen naast de clusters van het ministerie ook de diensten en baten- lasten agentschappen: Wetenschappelijk Onderzoek- en Documentatiecentrum (WODC), Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI), Nederlands Forensisch Instituut (NFI), Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND), Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V), Raad voor de kinderbescherming (RvdK), Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB), Justitiële Informatiedienst, Dienst JUSTIS, Nationaal Cyber Security Centrum en Justitiële ICT Organisatie.
Samenstelling, benoeming, ontslag
De commissie bestaat uit een voorzitter en twee andere leden, die namens de minister door de SG worden benoemd. De leden hebben zitting op persoonlijke titel en oefenen hun functie uit zonder last of ruggespraak van het bevoegd gezag. De voorzitter wordt benoemd nadat is vastgesteld dat Departementale Ondernemingsraad (DOR) en vakbonden hiermee instemmen.
Eén van de leden van de commissie is benoemd op voordracht van de Departementale Ondernemingsraad en de vakbonden. Het betreft deze functie die nu vacant wordt gesteld. De selectieadviescommissie bestaat uit twee leden van de departementale ondernemingsraad en twee leden vanuit de vakbonden.
De benoeming geschiedt voor de duur van drie jaren. De benoeming kan eenmalig worden verlengd met nog eens drie jaren.
De voorzitter en de overige leden kunnen wegens ongeschiktheid, onbekwaamheid of op andere zwaarwegende gronden worden geschorst en ontslagen door de secretaris-generaal (SG). De SG neemt deze beslissing na instemming van Departementale Ondernemingsraad en vakbonden. Deze bevoegdheid wordt alleen gebruikt indien de SG is gebleken dat sprake is van gedragingen die niet in overeenstemming zijn met de eisen die conform de door Departementale Ondernemingsraad, vakbonden en de SG vastgestelde profielschets aan de voorzitter of leden zijn gesteld dan wel indien de goede taakuitoefening van de commissie redelijkerwijs niet langer is verzekerd.
De vergaderingen zijn op dinsdags en de hoor gesprekken in het kader van onderzoeken vinden in principe fysiek plaats in Den Haag. Het betreffende lid dient minimaal drie dagdelen in de week beschikbaar te zijn.